Het verschil tussen kruiden en specerijen

Kruiden en specerijen zijn erg belangrijk bij het maken van gerechten. Ze zorgen voor de smaak en kunnen ervoor zorgen dat een gerecht erg lekker smaakt, of juist niet lekker wordt. Ondanks dat ze zo belangrijk zijn, weten veel mensen niet wat het verschil is tussen kruiden en specerijen. Beide zorgen voor geur, kleur en smaak in gerechten, maar ze komen uit verschillende delen van planten en hebben een eigen functie. In deze blog bespreken we wat kruiden en specerijen zijn en waarom het verschil tussen de twee belangrijk is.

Wat maakt kruiden en specerijen anders?

Het verschil tussen kruiden en specerijen heeft te maken met de planten, maar ook met de keuken. Terwijl kruiden vaak zorgen voor frisheid in gerechten, geven specerijen juist warmte. Kruiden worden meestal aan het einde van de bereiding toegevoegd, zodat hun aroma niet verdwijnt. Specerijen kunnen juist beter vroeg tijdens het koken worden gebruikt, zodat ze de kans krijgen om genoeg smaak vrij te geven.

Wat zijn kruiden nu precies?

Kruiden zijn de zachte, groene delen van planten, zoals bladeren of stengels. Dit is bijvoorbeeld basilicum, peterselie, tijm en oregano. Ze groeien meestal in gematigde klimaten en worden vaak vers gebruikt. De meeste kruiden verliezen snel hun smaak als ze worden gedroogd, daarom kiezen koks vaak voor verse kruiden. Dit voegt veel smaak toe, maar is heel kort houdbaar. Kruiden brengen frisheid aan een gerecht zonder de natuurlijke smaken te overheersen. In de Italiaanse keuken bijvoorbeeld, wordt basilicum pas aan het eind van de bereiding toegevoegd, zodat de geur behouden blijft. Peterselie geeft juist een lichte, kruidige toon aan pasta’s en sauzen, terwijl rozemarijn perfect past bij geroosterd vlees of aardappelen. Het gebruik van kruiden gaat verder dan smaak alleen. Veel kruiden bevatten antioxidanten en andere stoffen die bijdragen aan een gezonde spijsvertering. Munt kan bijvoorbeeld een opgeblazen gevoel verminderen en helpt tijm bij verkoudheid.

Wat zijn specerijen?

Specerijen zijn afkomstig van andere delen van planten dan kruiden, zoals zaden, wortels, basten of vruchten. Ze komen meestal uit tropische gebieden, waar ze onder invloed van zon en vochtigheid sterke smaken ontwikkelen. Voorbeelden hiervan zijn kaneel (bast), kruidnagel (bloemknop), gember (wortel) en nootmuskaat (zaad). Specerijen worden meestal gedroogd gebruikt en hebben een sterkere smaak dan kruiden. Ze kunnen een gerecht warmte of zelfs zoetheid geven. Denk aan kaneel in desserts, kurkuma in curry’s of peper in hartige gerechten. In een Italiaanse keuken komen specerijen minder vaak voor dan kruiden, maar ze worden soms subtiel gebruikt om een extra laag aan een gerecht toe te voegen. Zo kan een wat nootmuskaat in bechamelsaus een pasta net wat lekkerder maken.

Kruiden en specerijen samen gebruiken

Door kruiden en specerijen te combineren, ontstaat een goede balans. In mediterrane gerechten zie je dat duidelijk terug, basilicum en oregano zorgen voor levendigheid, terwijl zwarte peper of nootmuskaat de smaken compleet maakt. Je ziet vaak verschil in het gebruik van kruiden en specerijen, wanneer gerechten op verschillende plekken worden bereid. Heb je bijvoorbeeld een luxe keuken? Dan is er een grote kans dat je andere kruiden gebruikt dan iemand met een minder luxe keuken. Iemand met een luxe keuken heeft namelijk waarschijnlijk ervaring en een liefde voor koken. Een goede kok weet wanneer welke smaakmaker nodig is en zal andere kruiden gebruiken dan iemand die niet veel om koken geeft. Wil jij ook thuis een luxe keuken om lekkere gerechten te kunnen koken? Vraag advies van het team van Abitare Italiaanse Keukens, zodat je het beste uit je keuken kunt halen.

Waarom het verschil belangrijk is

Het kennen van het verschil tussen kruiden en specerijen helpt om beter te koken. Als je weet welke smaken bij elkaar passen, kun je gerechten verfijnen zonder te overdrijven. Tenslotte draagt het bij aan een bewuster gebruik van smaakmakers. Het juiste gebruik van kruiden en specerijen maakt van elk gerecht iets lekkers. Met een glas Italiaanse wijn erbij, heb je een gerecht dat net zo lekker is als in een restaurant.